Net als Adam…
De zomervakantie was weer voorbij, en de kinderen van groep 6 gingen een klas hoger, en kregen daardoor een nieuwe meester. In de eerste week leek het de meester toepasselijk om te beginnen met de schepping. Na verteld te hebben hoe God de aarde, de planeten, de dieren, en (als kroon op de schepping:) de mens heeft geschapen kwam hij uit bij het verhaal van de zondeval. Dit verhaal was bij de kinderen bekend, en toen de meester zei dat hij over de zondeval ging vertellen, stond Piet op en hij zei boos: ‘Die stomme Adam en Eva! Als ik in het paradijs had geleefd dan wist ik het wel! Ik zou niet van die boom gegeten hebben. Nu zijn er allemaal oorlogen enzo, en dat is allemaal Adams’ schuld!’. De meester antwoordde en zei: ‘Luister eerst maar eens goed naar het verhaal, en wees niet te voorbarig!’. De meester vertelde over Eva die luisterde naar de slang, en dat Adam ook een hap van de vrucht nam. Over Adam en Eva, die kleren van bladeren maakten, en over dat Adam en Eva zich verstopten voor God. Hij vertelde tussendoor ook dat wij, mensen, hetzelfde zouden hebben gedaan als Adam en Eva. Piet, die aan het begin van het verhaal ging staan, schudde met zijn hoofd. Weer zei hij: ‘Ik zou dat nooit doen!’.
Toen de dag afgelopen was, en alle kinderen naar huis waren, bedacht de meester een plan om de jongen te laten zien dat hij net zo was als Adam. Hij nam een doos en stopte die vol met veren. Het deksel van de doos deed hij niet op de bovenkant, maar op de onderkant. Hij liep naar zijn bureau en draaide de doos snel om, zodat de onderkant naar boven lag. Op de onderkant zat het deksel. Als je dan de doos op zou pakken, zouden alle veren eruit vallen.
De volgende dag moest de meester even de klas uit, maar voordat hij de klas uitliep wees hij de kinderen erop dat ze in geen geval aan de doos mochten komen. In de doos zat namelijk iets heel belangrijks. De meester liep de klas uit, hij liet de deur openstaan en hij bleef op de gang wachten. Al na enige seconden hoorde hij de kinderen fluisteren. Wat ze zeiden kon hij niet verstaan, maar hij wist dat het om de doos ging. Na een tijdje wachten liep de meester de klas in, en wat hij daar aantrof was precies wat hij verwachtte…
Alle kinderen waren van hun plek en zaten veren te ruimen. Overal in de klas waren veren te zien. Toen de kinderen de meester in de gaten kregen renden ze snel naar hun tafeltje en gingen netjes zitten, behalve één jongen… Piet bleef staan, hij had de doos in zijn handen. Verbouwereerd keek hij naar de doos. Dit had hij niet verwacht.
De meester liep naar Piet toe, en alle kinderen keken vol spanning naar wat de meester zou doen. De meester pakte Piet bij zijn schouders beet en zei: ‘Piet, begrijp je de boodschap? Wij allemaal zijn net zoals Adam en Eva!’
Begrijp jij de boodschap?
Volg ons via RSS feed. U kunteen bericht achterlaten, of trackback vanaf uw eigen site.