Uitspraken van kinderen 1
Sterren
Gedurende de laatste wereldoorlog was het de gewoonte in Amerika dat elk gezin, dat een zoon in de oorlog had, een lichtende ster voor het raam plaatste. Eens op een avond liep er man door de straten van New York met een kleine jongen aan de hand. De jongen vond die lichtjes voor de ramen erg interessant.
Telkens als hij weer een huis zag met een ster, klapte hij in zijn handen. En terwijl ze zo het ene huis na het andere voorbij liepen, riep hij: “Kijk eens pappie, daar is ook een huis, dat een zoon voor de oorlog heeft gegeven! En daar nóg een! En daar is er een met twee sterren! En kijk: daar is een huis, dat helemaal geen ster heeft!”
Eindelijk kwamen ze bij een open plek tussen de huizen. In de donkere lucht was nu duidelijk de avondster te zien, die een helder schijnsel gaf. Het jongetje hield zijn adem in. “Kijk eens pappie”, riep hij uit, “God heeft Zijn Zoon zeker ook gegeven, want Hij heeft ook ster in zijn venster!”
Inderdaad, God heeft zijn Zoon gegeven, “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft”, -niet om te sterven voor ’t één of ander land, maar “opdat een ieder” (dat geweldige woord, dat ons tegenklinkt uit de hele Bijbel), “die in Hem gelooft, niet verderve(verloren gaat), maar eeuwig leven heeft.” (Joh. 3:16)
Waar is God?
Een atheïst zei eens, in antwoord op een kind dat beweerd had christen te zijn: ”Ik zal je een tientje geven als je me kunt laten zien waar God is!”
Het kind antwoordde: “Ik heb alleen een kwartje, maar ik zal het u geven als u me een plaats kunt laten zien waar God niet is.”
Worden als een kind!
Een goed hart
Een vriend betoogde eens tegen Spurgeon dat kinderen niet echt het Evangelie kunnen begrijpen. Spurgeon nam hem mee naar zijn zondagsschool, waar de onderwijzer een van de kinderen vroeg: ‘’Wat voor een soort hart heb jij?’’
‘’Een erg goed hart meneer’’, was het antwoord.
De Man keerde zich naar Spurgeon. ‘’Zie je wel? Hij begrijpt nog niet eens het ABC van het Evangelie. Hij is zich niet bewust dat hij een zondaar is.’’
Spurgeon vroeg het kind: ’’Hoe weet je dat je hart goed is?” “Wel” antwoordde hij, ”ik had een oud hart geërfd van mijn voorouders die zondaren waren. Maar Jezus gaf me een nieuw hart. Jezus heeft geen slechte harten om te geven! Als hij een hart geeft, ben ik er zeker van dat het uitstekend is.”
De Heere is u Bewaarder, de Heere is u Schaduw, aan uw rechterhand (Ps. 121:5)
Schaduw
Iemand die een diepe indruk op mij heeft gemaakt is Kosie, een jongeman uit Zuid-Afrika die het Down Syndroom heeft.
Ik wilde dat u hem kon horen bidden: kinderlijk, eenvoudig, vol van geloof. Als hij bad, had ik de indruk dat hij zo dicht bij God was, dat hij Hem kon aanraken.
Op een dag vroeg ik: “Kosie, hoe stel jij je God voor?” Hij keek me aan. Was mijn vraag te moeilijk voor zijn eenvoudige geest?
Nee, want z’n ogen begonnen te glinsteren. “Als een schaduw, oom jan. Kijk, daar is Hij …” en Kosie wees op z’n schaduw. Hij stapte weg, sprong, rende, al maar wijzend op de schaduw! “Kijk, oom jan, Hij is er altijd.”
Wat een diepe waarheid. “De Heere is uw schaduw aan uw rechterhand.” Soms zichtbaar, als je in het licht wandelt (!). Soms onzichtbaar, als alles donker om je is, door eigen schuld of door omstandigheden. Maar toch is de schaduw er. Zoals Matthew Henry, de grote Bijbelcommentator zei: “De God van Israël is soms een God die Zichzelf verbergt, maar nooit een God die afwezig is. Soms is Hij in het duister, maar nooit op een afstand. In het licht en in het donker, in voor- en tegenspoed: “De Heere is uw Bewaarder, de Heere is uw schaduw aan uw rechterhand”. (Jan Pit)
Volg ons via RSS feed. U kunteen bericht achterlaten, of trackback vanaf uw eigen site.