De reis van de beeldjes
Voor pasen is er een boekje uitgegeven met daarin het volgende verhaal.
Er was eens een houtsnijder.
Hij woonde op de Benemondoberg, de mooiste berg die er bestond, met groene hellingen, geurende bloemen en heldere beekjes. De houtsnijder maakte prachtig houtsnijwerk. Altijd sneed hij beeldjes in de vorm van mensen.
Door zijn grote fantasie zagen ze er allemaal verschillend uit: dik, dun, met een grote neus of korte beentjes.
Hij had ze ieder een eigen naam gegeven: Occupa, Confusio, kleine Bimba… De houtsnijder hield zoveel van zijn beeldjes, dat hij wilde dat hij echt met ze kon spreken.
Op een dag maakte hij daarom een toverfluit en wekte de beeldjes daarmee tot leven. Nu kon hij echt met ze praten!
Op een dag maakte hij daarom een toverfluit en wekte de beeldjes daarmee tot leven. Nu kon hij echt met ze praten!
De houtsnijder toonde de beeldjes alle mooie plekjes van de berg: de bossen, de weides, de open plek voor zijn hut. Hij liet ze het water uit de bergbeekjes proeven en de zoete bosbessen. Hij stelde ze voor aan de dieren van de berg en aan zijn zoon.
De houtsnijder had namelijk een zoon, met wie hij al jaren op de Benemondoberg woonde en van wie hij veel hield. De zoon was er al lang voordat het eerste beeldje gemaakt werd en keek altijd toe als zijn vader aan het werk was.
De houtsnijder had namelijk een zoon, met wie hij al jaren op de Benemondoberg woonde en van wie hij veel hield. De zoon was er al lang voordat het eerste beeldje gemaakt werd en keek altijd toe als zijn vader aan het werk was.
‘Jullie mogen overal op de berg komen,’ zei de houtsnijder.
‘Maar als jullie de berg verlaten, kan ik jullie niet meer beschermen tegen
‘Maar als jullie de berg verlaten, kan ik jullie niet meer beschermen tegen
vuur, houtworm of andere gevaren. Blijf daarom dicht bij mij en mijn zoon.’
Klik hier om het verhaal te downloaden.
Volg ons via RSS feed. Both comments and pings are currently closed.