Christelijke verhalen

verhalen om je te raken

Koopvrouw in de dop

februari 15, 2016adminVerhalen 106-120Reacties uitgeschakeld voor Koopvrouw in de dop

Een vader komt thuis van zijn werk. Het is weer laat geworden en hij is moe.

Zijn dochtertje van 7 staat hem al bij de deur op te wachten. “Pap mag ik wat vragen?” “Natuurlijk, wat wil je weten”, zucht vader. “Hoeveel verdien jij per uur?” “Dat gaat je niks aan, waarom wil je dat weten?” “Nou gewoon, wil je het me alsjeblieft vertellen?” Om er vanaf te zijn zegt haar vader kortaf: “20 euro per uur”.

“Oh”, zegt het meisje beteuterd, “mag ik dan 10 euro lenen?”

Nu wordt vader nijdig: “Als je zeurt om geld voor weer een stuk speelgoed dat binnen de kortste keren kapot is, ga dan maar naar je kamer. Ik werk hard en heb geen zin in dit gedoe!”

Het meisje staat op, sluit de deur zachtjes en vertrekt naar haar kamer. Eindelijk rust, vader zakt in zijn luie stoel en sluit zijn ogen. Maar na een tijdje vraagt hij zich af of hij niet te hard is uitgevallen. Zijn dochter vraagt eigenlijk nooit om geld.

“Slaap je?”, vraagt vader als hij haar slaapkamerdeur opent. “Ik viel misschien wat te hard uit. Ik was moe en reageerde dat op jou af. Hier heb je 10 euro.” Meteen schiet het meisje overeind: “Dank je wel papa!” Van onder haar kussen haalt ze een paar in elkaar gefrommelde bankbiljetten tevoorschijn. Als haar vader dat ziet moppert hij: “Waarom wil je nog meer terwijl je al geld hebt? Is het dan nooit genoeg?”
Zijn dochtertje telt langzaam het geld en kijkt dan op naar haar vader: “Ik had niet genoeg, maar nu wel! Pap, hier heb je 20 euro. Kan ik een uur van je tijd kopen?”

Eenzaam hout

februari 15, 2016adminVerhalen 106-120Reacties uitgeschakeld voor Eenzaam hout

Een man die regelmatig naar de kerk ging, bleef opeens thuis.
Na een paar weken besloot de predikant bij hem langs te gaan. Het was een gure avond. De dominee trof de man thuis aan voor een knapperend haardvuur. De man, die wel kon raden waarom de dominee langskwam, heette hem welkom, bood hem een gemakkelijke stoel bij de haard aan en wachtte. De dominee ging lekker zitten, maar zei niets. Tijdens de plechtige stilte sloeg hij de vlammen gaande die rond de brandende houtblokken speelden.
Na een paar minuten nam de dominee de tang, pakte voorzichtig een stukje gloeiend hout en legde het aan de kant van de haard waar geen vuur was. Daarna ging hij weer zwijgend zitten. De gastheer keek geboeid toe. Het eenzame stukje hout brandde steeds zwakker, gloeide even op en doofde toen. Al snel was het helemaal koud.
Sinds de begroeting was er geen woord meer gesproken. Vlak voordat de dominee wegging, pakte hij het koude stukje hout en legde het weer midden in het vuur. Door het licht en de warmte van de blokken eromheen, begon het direct weer te gloeien.
Toen de dominee de deur wilde opendoen, zei zijn gastheer: ‘Heel erg bedankt voor uw bezoek en met name voor de vurige preek. Zondag ben ik weer in de kerk.’

De rechter en zijn vriend

september 10, 2015adminVerhalen 106-120Reacties uitgeschakeld voor De rechter en zijn vriend

Verhaal
Lang geleden waren er in Schotland twee jongens, die in een dorpje vlak bij elkaar woonden, het waren vrienden die door dik en dun alles samen deelden.
Iedereen op school wist dat, en iedereen wist dat wanneer je Will zag, dan zag je ook Brian. Ze waren echte vrienden, toch was er wel een verschil. Brian woonde bij ouders die de Heere vreesden, maar Will groeide op in een gezin dat wel van de Heere wist, maar er niet zo uit leefde. Zo gebeurde het wel eens dat Will iets wilde doen, maar dat de andere zei: ‘Nee, dat kan niet hoor! De Heere heeft gezegd dat dat niet mag, dus doen we dat niet.’
Waarna Will onverschillig zijn schouders op haalde en zei: ‘Nou dan niet!’. Maar ruzie werd er nooit om gemaakt, maar Will wilde van Brian toch graag weten waarom ze het niet mochten doen.
Zo kwam het dat Will toch aardig wat wist uit de Bijbel en van de geboden van de Heere God, omdat hij zo vaak in het hart van zijn vriend mocht kijken.

De jongens groeiden op en na de middelbare school moest Will gaan werken om mee te verdienen in het gezin van zijn ouders, maar Brian kon goed leren en zijn vader en moeder wilden dat hij verder ging studeren, ook al waren ze niet zo rijk dat het gemakkelijk was om dat te bekostigen.
Zodoende zagen ze elkaar steeds minder, mede ook omdat deze hogere school op een plaats vele kilometers verder stond.
Indien mogelijk dan waren ze samen, zoals vroeger, en deelden ze alles.
Maar hieraan kwam langzaam maar zeker een einde toen Will een meisje leerde kennen, verkering kreeg en daarna trouwde.
Ook Brian had alle tijd nodig, want zijn studie was best zwaar: hij studeerde rechten.

Het was vele jaren later toen er iets bijzonders afspeelde. Iets wat grote indruk achterliet voor diegenen die het zelf zagen gebeuren, maar misschien ook voor u die het nu lezend mag meemaken.

Will, die een groot gezin moest onderhouden, zelf hard moest werken en alles nodig had om de eindjes aan elkaar te knopen, kreeg op een gegeven ogenblik iets aangeboden om mee te doen zodat hij in een enkel ogenblik geheel uit de geldzorgen zou zijn.
Met in zijn achterhoofd nog de stem van zijn vriend die hier fel op tegen was, omdat het grote zonde zou zijn tegen de Heere God, was toch die begeerte zo groot dat hij ja knikte tegen een paar duistere figuren, die meteen de armen om hem heensloegen en zeiden: ‘Niemand komt er achter hoor, want het is een prima plan om gauw rijk te zijn.’
Maar toen het eenmaal zo ver was, en ze dachten door niemand gezien te zijn en ook Will dacht veilig thuis te zijn, werd er zwaar op de deur gebeukt zodat de kinderen van schrik wegkropen en Will helemaal wit werd in zijn gezicht. …….Politie…..open de deur!
Zijn vrouw die eerst beduusd bleef staan opende de deur, maar voor ze iets kon zeggen renden de politiemannen voorbij en grepen Will beet en schreeuwden: ‘Handen op je rug! In naam der wet! Je bent gearresteerd!’.
Voordat Will begreep wat er gebeurd was, zat hij in de cel met voor zijn ogen nog de angstige gezichten van zijn vrouw en zijn kinderen.
De dagen en weken die volgden waren zwaar voor deze man. Telkens dacht hij aan zijn gezin: ‘Hoe moeten zij nu verder?’. Hij wilde dat hij nooit had ingestemd met het plan.
Maar dit was nog niet alles wat hem zo verdriet deed, hij had net gehoord dat hij over vijf dagen voor de rechter moest verschijnen. Dat was nog niet zo erg, maar toen hij hoorde wie die rechter was brak alles in hem, het was zijn goede vriend van vroeger: Brian….. En die had altijd gezegd dat het nooit mocht van de Heere God wat hij gedaan had en nu moest hij oordelen over hem.
Will at niet meer en zat de hele dag gebogen aan het kleine tafeltje, dat in de hoek van zijn cel stond.

Ondertussen was het ook bekend geworden in het dorpje: het ging als een lopend vuurtje. ‘Heb je het al gehoord? Will is opgepakt voor inbraak en nu moet hij berecht worden in de stad, en weet je door wie?…… Door Brian: zijn goede vriend van vroeger! Hoe zal dat aflopen? Je moet er toch niet aan denken dat je zo voor elkaar komt te staan? Altijd samen door dik en dun en nu….’
Ook de media kreeg hier lucht van en verzonnen allerlei mogelijkheden hoe dit wel moest verlopen.

Het was dan ook bijzonder druk bij het gerechtsgebouw op de dag dat het vonnis moest komen. De zaal zat echt tot de nok toe vol met nieuwsgierige mensen, tussen de mensen zat een vrouw met vier kinderen, elkaars handen stevig vast houdend. Dit gebeuren bepaalde ook hun leven: zonder inkomen verder leven: hoe moet dat? Maar ook nog zonder man en vader! Hoe erg…
De deur ging open, een agent kwam binnen gevolgd door de gevangene en weer een agent… ‘Papaaa’… riep luid een kinderstem.
Velen moesten even slikken, dit kind mist haar pa… Zij had het hem allang vergeven. Kinderliefde gaat ver boven alles uit.

Even later klonk een stem hard boven het geroezemoes uit… ‘Ik verzoek u om op te staan….’ Op dat moment stapte de rechter binnen. Will durfde niet te kijken, het liefste zou hij weg willen vluchten, ver weg van hier, maar de boeien hielden alles tegen.

De media zitten allemaal klaar met pen en papier, hoe dit zou verlopen wisten ze niet. Ze wisten dat deze rechter ook ouderling was in de kerk en dat hij door velen werd gezien als een eerlijk en goede man, vol van liefde voor de Heere en zijn naaste.
Stil, met tranen in de ogen, hoorde Will de beschuldiging aan uit de mond van zijn oude vriend, het werd muisstil toen de rechter de aanklacht uitsprak en daarna het vonnis ging uitspreken.

‘Will B.: ik verklaar je schuldig aan diefstal, ik veroordeel je tot 3 jaar gevangenisstraf met een borgsom van €35.000 euro. Hierbij verklaar ik de rechtszaak voor gesloten.’

De mensen hadden alles aangehoord en schudden het hoofd, dat is een zwaar vonnis: hoe moet dit nu verder met Will? En ach, dat arme gezin… Anderen zeiden: ‘Het is zijn eigen schuld: de rechter heeft goed gesproken hoor! Ook al is het zijn oude vriend …hij heeft gestolen!’.
Maar toen gebeurde er iets dat ze nog nooit hadden gezien…
De rechter ging staan en deed zijn ambtskleding uit, hij hing het ambtsgewaad over de grote stoel waar hij zojuist in gezeten had. Verbaasd keek iedereen naar deze rechter, hij stond daar in een gewone broek en trui! Waarom verlaat hij niet de rechtszaal?
Will, die nog steeds niet durfde te kijken, werd door deze aparte stilte in de zaal toch getrokken om ongewild te kijken wat er gebeurde.

Hij zag geen rechter, maar zijn vriend zoals hij er vroeger altijd bij liep: gekleed met een trui en een broek. Zijn vriend kwam op hem aflopen, de mensen zagen vol verbazing hoe Brian een envelop uit zijn zak haalde, voor Will ging staan en zei: ‘Lieve vriend, de wet van deze staat heeft je veroordeeld. Je bent schuldig en ik vertegenwoordig in mijn ambt die wet, maar nu heb ik mijn ambtskleding neergelegd en ben ik je oude vriend. Hierbij geef ik je deze envelop, waarin het hele bedrag zit voor je schuld.’
Brian richtte zijn ogen nu op de tribune en zei: ‘Mensen in de zaal: hierbij sta ik borg voor hem. Niet als rechter van de wet, maar als zijn vriend. Hij is nu vrij man, de schuld die hem gevangen zou houden is nu weg en is nu betaald. Het gehele bedrag zit in deze envelop, er is niets meer om deze man vast te houden: hij mag gaan.’
Hierna overhandigde hij zijn oude vriend de envelop.
Will viel neer bij zijn voeten, hij kon niets zeggen, maar de grote druppels op de houten vloer verklaarden alles. ‘Kom staan Will’, zei de rechtvaardige rechter, ‘Je bent vrij, er is volkomen betaald: er is een borg voor je. Kom agenten, doe hem zijn boeien af zodat we elkaar kunnen omhelzen, want ik weet dat ik mijn vriend weer gevonden heb die ik was verloren.’

Daarna keerde de rechter zich weer naar de publieke tribune en zei: ‘U zult zeker de wet kennen van dit land, wat er wel en wat er niet mag. U zult zich daar zeker aan proberen te houden, maar kent u ook de wet van onze Heere God? Kent u deze nog niet, kom dan zondag naar kerk. Hij klinkt er elke keer, dan verzeker ik u dat u schuldig bent, ik ken die wet en kan dat beamen en ook zult u allen voor de Grote Rechter komen. Maar er is een Borg voor jullie! Wat u vandaag mocht zien is maar een hele gebrekkige afbeelding hiervan, er is een Borg die voor u betaald met Zijn leven. Welke Vriend is Hij dan? Een grotere Vriend  is er niet, Hij biedt u de losprijs aan…. Er wordt u geen envelop aangeboden met geld, maar een vrijbrief getekend met bloed. Er staat ‘volkomen voldaan’ op, komt dan naar Zijn huis! Ik nodig u allen hier van harte voor uit, maar bedenk dat wanneer u niet komt of gelooft in Hem, dan zult u gevangen en geboeid blijven, want niemand op en boven deze aarde heeft de macht om die te verbreken dan de Borg alleen die u daar zult ontmoeten.

Die zondag werd er gepredikt over Jesaja 61 vers 1-4: over de Borg waar de Vader zijn welbehagen in heeft en Die vrijlating geeft aan gevangenen. Die gebondene opening van de gevangenis geeft. Helemaal vooraan zaten een vader en een moeder met vier kinderen als stille getuigen. De boeien waren voor hen afgedaan, niet door de rechter, niet door Brian, maar door het betaalde offer van het Lam.

Verwerking
Dit is maar een verhaal, toch hoop ik dat het tot hulp mag zijn om gevangen te laten zien welke grote Borg wij hebben, we schatten Zijn waarde altijd zo laag in.
Ook Hij is Rechter, maar Zijn kleren werden niet door Hem zelf afgedaan, nee zij werden afgerukt en verloot en toch betaalde Hij uit een ondoorgrondelijke liefde aan het kruis.

De vraag is: mag Hij uw boeien afdoen?

Als u uit genade mag geloven in de Heere Jezus, gelooft u dan ook dat Hij volkomen heeft betaald voor uw zonden?

Of was de prijs die hij betaalde te laag?

Dat gevoel kan komen, als we naar onze mening zonden hebben gedaan die te groot zijn om vergeven te worden.

Dat kan bij een uitnodiging tot de tafel des Heren komen: Mag ik wel aangaan? Ik voel zoveel verdriet voor wat ik Hem aandeed.

Maar: is de Borg niet groter dan we denken? Is het betaalde (Zijn bloed) niet groter dan onze zonden? Zien we Hem als de Zoon van de Allerhoogste, uit liefde gegeven voor zondaren?

Neem het van Hem aan, knielt u voor Hem neer, anders zal hij uw Rechter blijven en zal het vonnis blijven, maar Hij legde alles af voor u en hij biedt het aan in de envelop van het woord. Hoor wat er elke zondag klinkt: Zijn liefde voor de gevangen, dat Hij elke keer weer tot hun zegt: ‘Genade zij u en vrede van Hem, Die is en Die was en Die komt’. Openbaringen 1 vers 4 en 5. Dan kunnen er nog zoveel vragen opkomen, maar deze tekst (Gods’ antwoord) geeft zoveel houvast!

Maar Heere, ik ben zondig (herkent u de zondaar?)… Genade zij u en vrede!
Ik heb deze week dingen gedaan die niet goed zijn in Uw ogen… Genade zij u en vrede!
Ik heb U de eer niet gegeven, mijn Heere en God… Genade zij u en vrede!
Ik was niet goed voor mijn naaste zoals u van ons gevraagd hebt… Genade zij u en vrede! Heere, ook ik heb gestolen… Genade zij u en vrede!
Maar Heere, ik ben de grootste misdadiger (herkent u Paulus?)… Genade zij u en vrede!
Maar Heere, ik begeerd wat niet goed was en daarna… (herkent u David?)… Genade zij u en vrede!
Maar Heere, mijn ongeloof is zo groot (herkent u Thomas?)…Genade zij u en vrede!
Maar Heere, ik heb U verraden en gevloekt (herkent u Petrus?)… Genade zij u en vrede!
Maar Heere, ik ben een moordenaar (herkent u de moordenaar aan het kruis?)… Genade zij u en vrede!
Maar Heere, ik doe in alles U veel te kort en geloof zo weinig van Uw eeuwig borgwerk en de kracht van Uw bloed, en de grootheid ervan (herkent u uzelf?)…. Genade zij u en vrede!

De boeien die de wet ons heeft aangedaan zijn voor eeuwig, veroordeeld tot levenslang. Nooit geen vrijheid, nooit geen liefde, nooit geen blijdschap, opgesloten op een plaats waar nooit vergeving meer is, dat is de toekomst na de rechterstoel waar we allen voor komen te staan als we niet in Die Borg geloven.

En zeg nou niet dat de Heere het niet aangeboden heeft ,want dan getuigt ook de Heilige Schrift tegen u, dat is het Woord dat vast en zeker is. Er is volkomen betaald, zo volkomen dat de Vader in Hem Zijn welbehagen heeft, de Borg zit aan Zijn rechterhand!

Is dan uw strijd voorbij als uw boeien los gemaakt zijn?

Nee, dan begint een strijd die woedt in u zelf, want uw vlees wil niet wat uw geest wil. Ze zijn grote vijanden geworden, al sinds Genesis 3 bij een ieder die gelooft in deze grote Borg.

Ziet de Heere dit wel nadat Hij mijn boeien losgemaakt heeft?

Jazeker, elke keer vertroost Hij u met de Heilige Geest door het woord en evangelie en bovendien komt Hij tot u om u te versterken met brood en wijn om te zien en te proeven dat de Heere Jezus volkomen is, in het gebrachte offer door Zijn vlees en bloed.

Volkomen is Zijn liefde, volkomen is Zijn barmhartigheid, volkomen is Zijn vergeving, volkomen is de genade, volkomen is er voldaan, volkomen is…….ach het gaat zo eindeloos door, want Hij maakt u nog witter dan sneeuw, zo volkomen!

Kunt u iets wat in en in zwart is wit maken?

Als we Hem de eer en grootheid niet geven is er een ander die daar zijn behagen in heeft!  De duivel kan met van alles aankomen om u aan het twijfelen te brengen. Er kunnen gedachten in uw hoofd komen, zoals: heeft de Heere gezegd dat u daarvan niet eten mag? Heeft de Heere gezegd dat hij volkomen Borg voor u wil zijn? Nee, uw zonden zijn veel te groot! En wat u gisteren deed, denkt u nu echt dat de Heere luisterde toen u bad om vergeving? U hebt dat al zoveel keren gedaan, stop er maar mee!

Wij geloven zo vaak wel deze listige Slang, maar hebben zoveel vragen en ongeloof bij de Vader en de Zoon die de mens zo innig lief heeft.

Brian is maar een voorbeeld, een gedachtegang, de Heere Jezus Christus is werkelijkheid. Hij heeft u lief met een eeuwige liefde en offerde Zich daar voor op, als een Lam ter slachting. De zonde blijft een grote strijd, maar de liefde voor de Borg zal overwinnen, omdat Hij u eerst heeft liefgehad.

En op de stem van de listige slang mogen wij antwoorden met: ‘Ja, Christus is voor mij een volkomen Borg! De boeien zijn verbroken, mijn handen zijn vrij om Hem te danken, omdat Hij mij uit de gevangenis leidde. Omdat Zijn barmhartigheid zo groot is, zegt Hij elke keer tot mij: ‘Genade en vrede zij u!’.

Hoe heerlijk is het om niet naar het gerechtsgebouw te gaan, maar naar Zijn huis om te horen dat de wet volkomen volbracht is, door mijn Borg, waar met bloed beschreven staat op mijn beschuldiging: Voldaan!

En elke keer hoort u dan Zijn stem klinken tot troost en tot bemoediging in uw strijd hier, maar nog een kleine tijd en dan:

Genade zij u en vrede, van Hem  Die is en Die was en Die komt, en van de zeven Geesten, Die voor Zijn troon zijn, en van Jezus Christus,  Die de getrouwe Getuige is,  de Eerstgeborene uit de doden en de Vorst van de koningen der aarde. Hem Die ons heeft liefgehad en ons van onze zonden gewassen heeft  in Zijn bloed, en Die ons gemaakt heeft  tot koningen  en priesters voor God en Zijn Vader, Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.
Openbaringen 1: 4-6 HSV.

Door Anton Lokker.

Tel uw zegeningen

juni 1, 2015adminVerhalen 106-120Reacties uitgeschakeld voor Tel uw zegeningen

Een mevrouw van rond de vijftig wandelt met een paar kinderen door het park. De kinderen rennen naar het klimrek en de vrouw ploft neer op een bankje, naast een wat oudere vrouw. Ze kijkt naar de oudere vrouw en zegt: ‘’Mijn leven is een routine. ‘s Ochtends komt mijn dochter haar twee kinderen brengen, ik maak het ontbijt klaar en samen zitten ze dan te smullen. Daarna wassen we af en maken we een wandeling in het park. Precies om 12:00 uur lunchen we voor de TV, of gaan we picknicken als het weer het toelaat. Wanneer we terug zijn, begin ik meteen met het avondeten. Rond vijf uur is de tafel dan gedekt en als mijn dochter dan van haar werk terug komt, gaan we met z’n allen aan tafel. En zo is er dan weer een hele dag voorbij gegaan. Mijn leven is echt saai, ik lijk wel een slavin.

De andere vrouw bleef voor zich uit kijken, zonder iets te zeggen. De eerste vrouw zei: “En u, heeft u ook zo’n routinematig leven? Uw leven kan toch nooit zo mooi zijn, als u hier ook zo moederziel alleen in het park zit?”

Toen begon die oudere mevrouw te praten: “Eigenlijk heb ik niets om over te klagen. Ik heb een lieve verpleegkundige die me elke dag hier naar het park toe rijdt, zodat ik deze kinderen kan zien spelen. Ik heb zelf namelijk geen kleinkinderen en als ik deze kinderen hoor lachen, dan doet me dat veel goed. Later komt een taxi me ophalen en die brengt me naar het ziekenhuis. Daar bezoek ik zieke mensen, zodat die mensen en ikzelf ook iemand hebben om mee te praten. Familie heb ik zelf namelijk niet. ‘s Avonds komt de taxi me weer ophalen om me mee te nemen naar mijn tehuis waar ik woon. En zo gaat mijn gezegende dag weer voorbij. Ik heb niets om te klagen, ik heb alleen maar veel om voor te danken, namelijk dat mijn ogen nog steeds al deze mooie dingen kunnen zien.”
En inderdaad, daar kwam de taxi om de dame op te halen. De man reed haar weg in haar rolstoel, richting de auto. De eerste vrouw dacht nu heel diep na. “Dit kan niet waar zijn. Ik kan lopen, ik heb een dochter, mijn kleinkinderen, een eigen huis en ik zit te klagen.’’

Is jouw leven net als van die eerste vrouw, of van die tweede? Moeten anderen jouw zegeningen voor je tellen, of kun je het zelf? Dank je God voor alles, of moet God elke dag jouw klachten weer aanhoren? Tel je zegeningen en vergeet ze niet. Dank God voor al het goede dat Hij je geeft.

Tel uw zegeningen één voor één,
tel ze allen en vergeet er geen.
Tel ze allen, noem ze één voor één
en je ziet Gods liefde, dan door alles heen.
Joh.de Heer nr. 256

Ingestuurd door Jans Otter.

Witte lakens

november 13, 2014adminVerhalen 106-120Reacties uitgeschakeld voor Witte lakens

Een jonge man was weggegaan bij zijn ouders en had het ruige en wilde leven opgezocht. Hij vierde zijn vrijheid met drank en drugs. Het leven was echter te ruig en te wild en het bracht hem uiteindelijk in een totale faillissement. Hij had geen geld meer, vrienden hadden hem in de steek gelaten: hij zat diep in de put. Helemaal ten einde raad schrijft deze jonge man een brief naar zijn ouders. Hij schrijft: “Lieve mama en papa. Ik heb gezondigd tegen jullie. En ik heb gezondigd tegen God. Ik ben het niet meer waard dat jullie me je zoon noemen. Er is ook geen enkele reden om van mij te houden of me thuis weer te verwelkomen. Je kan niet dieper zinken dan ik heb gedaan. Ik zit op de boden van de put. Graag zou ik weer naar huis terug komen, en dat kan nu ook. Ik heb een trein ticket kunnen bemachtigen. De trein rijdt langs onze boerderij, je kunt hem vanuit de bocht zien komen. Zouden jullie een wit laken aan de waslijn buiten willen hangen die ik kan zien vanuit de trein als ik weer welkom ben thuis? Als er geen laken hangt, dat snap ik dat en zal niet naar huis komen.”

Nadat hij de brief had gepost ging hij op weg. Na een paar dagen zat hij in de trein die langs de boerderij van zijn ouders zou rijden. Hoe dichter ze op de plaats van bestemming kwamen, hoe zenuwachtiger de jongeman werd. Zo zenuwachtig dat hij heb bijna niet kon uithouden. Hij vroeg aan een man die tegenover hem zat in de trein coupe of deze voor hem wilde kijken uit het raam: “Als we rond de volgende bocht rijden kunt u een boerderij zien aan de linkerkant. Het is een wit huis en een oude rode schuur. Het hek is oud en in de achtertuin staat een waslijn. Het is misschien een vreemde vraag maar zou u voor mij willen kijken of er een wit laken hangt aan deze waslijn?” Het hart van de jongeman bonkte door zijn lijf van de zenuwen. De man stond op en keek naar de boerderij toen ze door de bocht reden, “Kijk, kijk, kijk. Moet je eens zien! De hele waslijn hangt vol met witte lakens! Maar niet alleen de waslijn, ook de eikenboom die ernaast staat, en uit de ramen hangen lakens.” Het was voor de jongeman duidelijk: hij was welkom thuis!

Een eigentijdse variant van het bekende verhaal van de verloren zoon.

Toeval bestaat niet!

september 24, 2014adminVerhalen 106-120Reacties uitgeschakeld voor Toeval bestaat niet!

Na de aanslag op 11 september had een bedrijf de overgebleven leden van andere bedrijven, die niet waren omgekomen tijdens de aanslag op de Twin Towers, kantoorruimte aangeboden, om die met elkaar te delen. Tijdens een vergadering sprak het hoofd van de veiligheid over ieders verhaal waarom ze nog in leven waren. Allen waren gered door ‘iets kleins’.

Het hoofd van dit bedrijf zelf, overleefde die dag, omdat zijn zoon een kleuterschool was begonnen. Een andere man leefde nog omdat het zijn beurt was geweest om die dag op oliebollen te trakteren.

Een vrouw was laat omdat haar wekker niet op tijd was afgegaan. Iemand was laat omdat hij op de hoofdweg in de file had gestaan, doordat er een auto ongeluk was gebeurd. Een ander kwam laat omdat hij de bus had gemist. Een vrouw had eten op haar kleren gemorst en moest terug om zich te verkleden. Van een ander wilde de auto niet starten. Iemand ging terug om zijn telefoon te antwoorden.

Iemand kon niet op tijd zijn omdat haar kind zo had getreuzeld. Een ander miste de taxi. Een man kon niet verder omdat hij die morgen nieuwe schoenen had aangetrokken. Hij deed zijn best om op tijd te komen op zijn werk, maar kreeg een blaar op zijn voet en was vlug bij de drogist gestopt om een pleister te kopen.

Door al dit soort kleinigheden overleefden deze mensen deze dag.

Dus wanneer we vastlopen in het verkeer of de lift missen of als we terug moeten om de telefoon te antwoorden, dan zijn we geneigd om ons te ergeren aan al dit soort kleine dingen. Op zulke tijden moeten we dan maar denken, dat dit precies is wat God op dat moment voor ons wil hebben. Lijkt het of de dag verkeerd gaat omdat de kinderen niet willen opschieten met aankleden of we kunnen onze autosleutels niet vinden of alle stoplichten staan op rood, dan moeten we niet boos of gefrustreerd worden.

Dan kan het zijn dat God aan het werk is en voor ons aan het zorgen is.

“Worden niet vijf musjes voor twee penninkjes verkocht? En niet een van die is bij God vergeten.
Ja, ook de haren van uw hoofd zijn alle geteld. Wees dan niet bevreesd: u gaat veel musjes te boven.”
Lukas 12:6-7

Tommy

april 24, 2014adminVerhalen 106-120Reacties uitgeschakeld voor Tommy

Het was ongeveer 14 jaar geleden, en ik stond in de deuropening naar de binnenkomende studenten te kijken voor hun eerste les Godsdienst. Het ging over vertrouwen.. Dit was de eerste keer dat ik Tommy zag. Hij was zijn haar aan het kammen, wat zo lang was dat het wel dertig centimeter onder zijn schouders hing. Mijn eerste indruk van hem was: Vreemd… Heel vreemd..

Tommy was mijn grootste uitdaging dat jaar. De ene keer ontkende hij, en de andere keer grijnsde hij over het feit dat we een onvoorwaardelijke liefdevolle God hebben. Toen hij aan zijn eindtoets begon zei hij heel cynisch: “Denkt u dat ik God ooit zal vinden?”
“Nee”, zei ik heel onsympathiek. “O”, was zijn reactie. “Ik dacht dat u dat hier aan het leren was.”
Ik liet hem vijf stappen de deur uit gaan. Toen riep ik hem na: “Ik denk niet dat jij God ooit zal vinden, maar ik weet zeker dat Hij jou wel zal vinden”. Tommy haalde zijn schouders op en ging weg. Ik vond het jammer dat hij mijn opmerking had gemist.

Later hoorde ik dat Tommy examen had gedaan, en was geslaagd. Ik was dankbaar voor dat. Toen kwam het verschrikkelijke nieuws. Tommy had terminaal kanker. Voordat ik hem op kon zoeken, kwam hij al naar mij toe. Toen hij mijn kantoor in kwam zag ik hem. Zijn lichaam was slecht verzorgd, en zijn haar was bijna helemaal uitgevallen van de chemotherapie. Toch waren zijn ogen helder, en voor de eerste keer was zijn stem krachtig.

” Tommy, ik heb nog heel vaak aan je gedacht. Ik hoorde dat je ernstig ziek bent”, flapte ik eruit.
“Oh ja, heel erg ziek. Ik heb kanker. Het is nog een kwestie van weken”.
“Kan je me erover vertellen?”
“Tuurlijk, wat wilt u weten?”
“Hoe is het, als je 24 jaar bent, en je weet dat je dood gaat?”
“Het kan erger”, vertelde hij me. “Zoals wanneer je 50 jaar bent, je regelmatig lam zuipt, vrouwen verleidt, en het grote geld het belangrijkste vind in het leven”.
Toen vertelde hij mij waarom hij gekomen was.

“Het was wat u me zei aan het eind van de laatste les. Ik vroeg u of ik dacht of ik ooit God zou vinden. U zei nee, wat me zeer verbaasde. Maar toen zei u: Maar Hij vind jou wel. Ik heb daar vaak aan gedacht, ook toen mijn zoektocht naar God zeer intens was op een gegeven moment. Maar toen de doktoren een klomp van mijn lies verwijderden, en vertelden dat het kwaadaardig was begon ik God echt op te zoeken. En toen het kwaad mijn vitale organen aan begonnen te tasten ging ik op de koperen hemel slaan. Maar er gebeurde niets. Op een dag werd ik wakker, en in plaats van mijn wanhopige zoektocht naar antwoorden deed ik niets. Ik stopte. Ik besloot dat ik niets voor God voorstelde of voor het hiernamaals. Ik keek hoe lang ik nog ongeveer te leven had, om nog belangrijke dingen te doen. Ik dacht aan u, en aan nog iets anders wat u nog gezegd had. U heeft ooit gezegd: Het grootste verdriet is om door het leven te gaan zonder lief te hebben. Maar het is bijna net zo verdrietig om de wereld te verlaten zonder iedereen verteld te hebben dat je van ze houdt.
Dus ik ben begonnen met de moeilijkste… Mijn vader”.

Tommy’s vader was de krant aan het lezen toen Tommy de kamer inkwam.
“Pap, ik wil even met je praten”.
“Nou, zeg het maar”.
“Ik bedoel, het is heel belangrijk”.
De krant ging een klein stukje naar beneden.
“Wat is er?”
“Pap, ik hou van je. Dat wil ik je gewoon vertellen, dat je dat weet”.

Tommy lachte toen hij terugdacht aan dat moment. “De krant fladderde door de kamer op de grond. Toen deed mijn vader twee dingen die ik me niet kan herinneren dat hij dat ooit had gedaan. Hij gaf me een knuffel, en hij huilde. We hebben de hele nacht doorgepraat, ook al moest hij de volgende morgen weer vroeg werken”.
“Het was makkelijker met mijn moeder en broertje”, vervolgde Tommy. “Ze huilden met me, en we knuffelden elkaar, en we deelden elkaar geheimen die we nooit verteld hadden. Hier was ik: in de schaduw van de dood, en ik was mezelf aan het openen voor al die mensen waar ik me van afgesloten had.
Op een dag, draaide ik me om, en God was er. Hij kwam niet toen ik wanhopig zocht. Schijnbaar doet Hij dingen op Zijn eigen wijze en op Zijn tijd. Hij heeft mij gevonden, zelfs toen ik was opgehouden om Hem te zoeken”.

“Tommy”, voegde ik toe, “mag ik je een verzoek doen? Wil je bij me in mijn Godsdienst les komen over vertrouwen en de leerlingen vertellen wat je mij nu ook verteld hebt?”

Ondanks dat we een afspraak hebben gemaakt, heeft hij die les niet gehaald. Natuurlijk was zijn leven veranderd. Hij heeft de grote stap gemaakt van geloof naar zeker weten. Hij vond het leven dat zoveel mooier is dan het menselijk oog ooit kan zien of gedachten kan bevatten.

Voor hij stierf hadden we nog één gesprek. “Ik ga het niet redden om in uw klas te komen”, zei hij. “Ik weet het, Tommy”.
“Wilt u het vertellen, voor mij? Wilt u….. de hele wereld dit vertellen?”
“Ik zal het doen, Tommy. Ik zal het vertellen”.

Schrijver is onbekend.

De reis van de beeldjes

maart 7, 2014adminVerhalen 106-120Reacties uitgeschakeld voor De reis van de beeldjes

Voor pasen is er een boekje uitgegeven met daarin het volgende verhaal.

Er was eens een houtsnijder.
Hij woonde op de Benemondoberg, de mooiste berg die er bestond, met groene hellingen, geurende bloemen en heldere beekjes. De houtsnijder maakte prachtig houtsnijwerk. Altijd sneed hij beeldjes in de vorm van mensen.
Door zijn grote fantasie zagen ze er allemaal verschillend uit: dik, dun, met een grote neus of korte beentjes.
Hij had ze ieder een eigen naam gegeven: Occupa, Confusio, kleine Bimba… De houtsnijder hield zoveel van zijn beeldjes, dat hij wilde dat hij echt met ze kon spreken.
Op een dag maakte hij daarom een toverfluit en wekte de beeldjes daarmee tot leven. Nu kon hij echt met ze praten!
De houtsnijder toonde de beeldjes alle mooie plekjes van de berg: de bossen, de weides, de open plek voor zijn hut. Hij liet ze het water uit de bergbeekjes proeven en de zoete bosbessen. Hij stelde ze voor aan de dieren van de berg en aan zijn zoon.
De houtsnijder had namelijk een zoon, met wie hij al jaren op de Benemondoberg woonde en van wie hij veel hield. De zoon was er al lang voordat het eerste beeldje gemaakt werd en keek altijd toe als zijn vader aan het werk was.
‘Jullie mogen overal op de berg komen,’ zei de houtsnijder.
‘Maar als jullie de berg verlaten, kan ik jullie niet meer beschermen tegen
vuur, houtworm of andere gevaren. Blijf daarom dicht bij mij en mijn zoon.’
Klik hier om het verhaal te downloaden.

Eenvoudige wijsheid

maart 7, 2014adminVerhalen 106-120Reacties uitgeschakeld voor Eenvoudige wijsheid

De secretaris van Oliver Cromwell werd eens voor een speciale missie naar het vasteland gestuurd. Tijdens de reis bleef hij een nacht in een havenstad; hij kon de slaap niet vatten en woelde heen en weer in zijn bed.

Zoals vroeger gebruikelijk, sliep er een bediende bij hem op de kamer en die was overduidelijk in dromenland. Na een poosje maakte hij zijn bediende wakker en klaagde over zijn slapeloosheid.

‘Ik ben zo bang dat er iets mis zal gaan met onze opdracht.’

‘Meester,’ zei de bediende, ‘mag ik u een paar vragen stellen?’

‘Ga je gang.’

‘Was God degene die de aarde regeerde toen wij nog niet geboren waren?’

‘Zeer zeker!’

‘En blijft Hij regeren als wij zijn overleden?’

‘Dat lijdt geen twijfel.’

‘Meester, waarom laat u Hem dan ook het heden niet regeren?’

Het geloof van de secretaris was opgefrist en zijn hart kwam tot rust. Een paar minuten later waren zowel hij als zijn bediende vast in slaap.

Wie zichzelf overwint…

december 4, 2013adminVerhalen 106-120Reacties uitgeschakeld voor Wie zichzelf overwint…

Er was eens een jongen met weinig zelfbeheersing. Zijn vader gaf hem een zak spijkers en zei tegen hem dat elke keer als hij zijn zelfbeheersing verloor, hij een spijker in de achterkant van de schutting moest slaan. De eerste dag sloeg de jongen 37 spijkers in de schutting. Over de volgende paar weken, toen hij leerde om zijn kwaadheid onder controle te krijgen, werd het aantal spijkers dat hij in de schutting sloeg geleidelijk aan minder. Hij zag in dat het gemakkelijker was om zijn zelfbeheersing niet te verliezen, dan al die spijkers in de schutting te slaan.

Uiteindelijk kwam de dag dat de jongen zijn zelfbeheersing niet meer verloor.Wie zichzelf overwint
Hij vertelde dit zijn vader en die stelde voor dat de jongen nu voor elke keer dat hij zijn zelfbeheersing behield hij een spijker uit de schutting haalde.
De dagen gingen voorbij en de jonge man was eindelijk zover dat hij zijn vader kon vertellen dat alle spijkers waren verdwenen.
De vader nam de jongen bij de hand en ging met hem naar de schutting. Hij zei:”Je hebt het goed gedaan, mijn zoon, maar kijk nu eens naar de schutting.”

De jongen keek naar de schutting en zag allemaal gaten, van de spijkers die hij er ingeslagen had. De vader zei: “De schutting zal nooit meer dezelfde zijn. Als je dingen zegt in woede, dan laten ze een litteken achter, net als deze gaten. Je kunt iemand met een mes steken en het mes er weer uit trekken. Het maakt niet uit hoe vaak je zegt dat het je spijt, de wond zal altijd blijven.”